Vrijdag 26 april vertrekken we om 23.55 uur met vlucht KL753 richting Ecuador.
Na vijf minuten is dag eacute;eacute;n van deze 24-daagse reis alweer voorbij. Hopelijk zullen de volgende dagen minder snel voorbij zijn, want het belooft een enerverende vakantie te worden.

Quito
Door het tijdsverschil van 7 uur zouden we 's morgens om ongeveer 09.00 uur landen, maar door het slechte weer maakt het vliegtuig een doorstart vlak voor de landing en kunnen we pas na een uur rondcirkelen boven Quito landen.
Onze reisbegeleider Floor zal zich pas de volgende dag bij ons voegen, zodat we de eerste dag zelf op pad gaan. Ons kleine gezelschap (Vera, Ellen, Irene, Hans en ondergetekende) heeft er zin in en na een snelle opfrisbeurt in het hotel verkennen we de stad.
Niet ver van het hotel ligt Parque El Ejido waar het gezellig druk is. Aan de rand van het park staan allerlei schilderijen uitgestald, van modern tot mooie landschappen. De verkopers klampen je aan en proberen je over te halen iets van hun te kopen.
In het park staan vele souvenirstandjes die allemaal de typisch ecuadoriaanse artikelen verkopen zoals geweven kleden, truien, mutsen en allerlei kleine prulletjes.
Na een heerlijke lunch en een perfecte kop koffie bij restaurant Magic Bean wandelen we verder door de stad.
De volgende dag neemt Floor ons mee naar de oude stad en laat ons de prachtige gebouwen uit de Spaanse tijd zien. Enthousiast vertelt hij over de geschiedenis van Quito en Ecuador.
Ongeveer 25 km. noordelijk van Quito ligt de evenaar en een bezoekje aan deze bijzondere plaats is een must. Alleen vreemd dat er twee plaatsen zijn waar geclaimd wordt dat er de evenaar loopt.
Begin vorige eeuw hebben een stel Franse geleerden de plaats van de evenaar bepaald, maar door de huidige meettechniek blijkt deze een paar honderd meter verder te liggen.
De officiële plaats blijft die van de Fransen, terwijl er bij de echte plaats een klein museum is.

Cuenca
De volgende morgen vliegen we vroeg naar Cuenca. Een vlucht over het Andesgebergte van een klein uur met dankzij het redelijk goede weer zicht op de besneeuwde toppen van vulkanen en bergpieken. Cuenca is (in tegenstelling tot het criminele Quito) een erg gezellige stad.
We overnachten in een prachtig hotel vlakbij het centrale plein. Ook hier staan rond het plein de belangrijkste gebouwen, zoals het stadhuis en de kathedraal.
Lekker van de zon genietend zit ik op een bankje op het plein en kijk naar de bedrijvigheid om mij heen.
Op een bloemenmarkt verkopen vrolijke vrouwen de mooiste rozen aan passanten en even verderop wordt er in de overdekte markt aan stenen tafels een maaltje vis of kip gegeten.
Heerlijk om hier een paar dagen rond te hangen.
Met een gids maken we een wandeling door met merengebied en natuurreservaat Las Cajas.
We zijn inmiddels gestegen tot 3900 meter hoogte en gelukkig is de wandeling grotendeels bergafwaarts, want helemaal gewend aan de hoogte zijn we nog niet.
Een deel van de meren is overgroeit met gras en planten en als je er overheen loopt veert de grond mee. Door de schitterende bloeiende plantengroei en een prachtig nevelbos wordt het een zeer mooie wandeling.
We besluiten de tocht met een heerlijk maaltje verse forel.

Riobamba
Onze volgende stop is Riobamba.
Onderweg bezoeken we de incaruïnes van Ingapirca. Als je ooit de Machu Picchu hebt bezocht stelt dit niet veel voor. Een hoopje stenen en wat lage muurtjes. Na een korte wandeling rijden we snel door naar Riobamba.
Erg bijzonder is deze stad niet, maar het is een uitstekende uitvalsbasis voor leuke tochten.
Een van deze tochten brengt ons bij de Chimborazovulkaan. Met het busje rijden we naar een hut op 4800 meter hoogte. Hiervandaan gaan we te voet verder naar een hut zo'n 200 meter hoger. Door de felle tegenwind wordt het toch een behoorlijk zware klim. Ook al omdat op deze hoogte het zuurstofgebrek je parten speelt.
Het aanbod om nog een paar honderd meter hoger de klimmen sla ik af, de wind werd zo sterk dat er haast niet tegenin te lopen is.
Een andere leuke trip brengt ons in Guamote. Een klein stadje waar op zaterdag een nog weinig toeristische indiaanse markt wordt gehouden. Op het marktterrein is het een drukte van belang en worden schapen, varkens en cavia's verhandeld. Aan de andere kant van de stad is de koeienmarkt. Na wat onderhandelingen en handjeklap veranderen de dieren van eigenaar.
Alle tussenliggende straten staan vol met handelswaar. Op het pleintje verkoopt men groente en fruit en even verderop wordt kleding verkocht. Bijna iedereen loopt er nog in de traditionele kleding en dat geeft een kleurrijk geheel.
Nog zo'n leuke tocht is die met een treintje naar de Nariz del Diablo (Duivelsneus).
Helaas is het eerste deel van de reis door een aardverschuiving niet mogelijk, maar de tocht boven op het treintje zigzaggend naar het dal en weer terug is beslist een hele belevenis.

Baños
Baños is, evenals Cuenca, een gezellig stadje. Ons hotel ligt aan de rand van de stad, en is een prima uitvalsbasis voor wat actieve tripjes.
Samen met Irene, Hans en Floor huren we mountainbikes en rijden, meestal bergafwaarts, langs de Rio Verde met zijn vele watervallen. Onderweg houden we even stop bij een brug. Sinds een maand of zo is er een tweede brug over de rivier gebouwd, ongeveer 20 meter verder. Het is hier mogelijk om met een elastiek om je middel van de brug te stappen. Het andere eind vast van het elastiek zit vast aan de andere brug, waardoor je na de stap van de burg af eerst een eind naar beneden stort en daarna onder de andere brug door heen en weer zwaait.
Een echte uitdaging, dus heb ik voor tien dollar de stap van de brug af maar gemaakt.
Wat later op de dag begint het te regenen, wat het fietsen over de onverharde weg extra leuk maakt.
Een ander leuk uitstapje doen we de dag erna. Met z'n zessen gaan we een tocht te paard maken door de bergen.
Het is mijn eerste keer op een paardenrug en ik laat me in het begin ook lekker leiden door dat beest. Nadat ik het een beetje door heb gaan we af en toe ook in draf.
We maken een prachtige tocht door de bossen en genieten van de mooie vergezichten.
Wat ook actief is in Baños is de vulkaan.
De eerste nacht worden we gewekt door een enorme knal en de tweede nacht is er een lichte aardbeving die het hotel doet schudden.

Jungletocht
We verlaten het hoogland en rijden met openbaar vervoer naar Misahualli, het startpunt voor de jungletocht.
De meeste spullen laten we achter in het hotel en met rubberen kaplaarzen aan vertrekken we per boot over de Rio Napo de jungle in.
Na een paar uur varen stappen we uit en lopen nog z'n drie uur door het regenwoud naar ons kamp. Het is een eenvoudig onderkomen. Onder een rieten dak hangen de klamboes en staat een lange tafel. Gelegenheid om je te wassen is er niet, dat moet in de rivier.
Tijdens onze wandeling naar het kamp vertelt Pepe, onze gids, veel over het regenwoud. Allerlei bomen, vruchten en dieren komen aan bod en al soppend door de modder horen we veel wetenswaardigheden over alles wat hier leeft.
Na een heerlijke lunch is het tijd voor ontspanning. Met de boot varen we een eind stroomopwaarts en meren af bij een strandje. Er zijn een paar opgeblazen autobanden mee dus na het zwemmen laten we ons met de stroom mee naar het kamp terug drijven.
Genietend van de late middagzon en liggend in een hangmat gaat de dag voorbij. Na een lekkere maaltijd en wat gezellig geklets duiken we vroeg de klamboe in. Morgen is het weer een drukke dag!
We verkennen met Pepe een ander stuk van de jungle en hebben vanaf een heuvel een prachtig uitzicht over de rivier en het regenwoud.
In de middag bezoeken we een klein dorp waar we samen met de plaatselijke bevolking een partijtje volleybal spelen. Volleybal is de nationale sport in Ecuador. Het wordt anders gespeeld dan bij ons.
Slechts drie spelers staan in het veld en zij mogen de bal 'plakken', iets wat bij ons direct wordt afgefloten.
Er wordt gespeeld met een vrij harde bal en na afloop had ik een gigantische blauwe plek op mijn linker pols, die pas na ruim een week weer was verdwenen.
Ook vandaag eindigen we de dag weer met zwemmen en luieren.
De terugtocht naar de bewoonde wereld gaat voorspoedig, al zorgt een enorme regenbui er voor dat we tot op het bot toe nat aankomen in Misahualli. Onderweg bezoeken we nog een klein museum en een dierenopvangcentrum.
In Misahualli nemen we afscheid van Floor. Hij gaat een groep Belgen rondleiden.

Otovalo
We vervolgen onze reis en belanden in Otavalo. Op zaterdag vindt hier een weekmarkt plaats. Uit de wijde omgeving komen de indianen met hun spullen naar het centrale plein.
Persoonlijk vind ik de vorige markt in Guamote leuker. In Otavalo is de markt meer gericht op de toeristen, die er dan ook in overvloed zijn. Vanuit diverse plaatsen in Ecuador worden er dagtrips naar Otovalo georganiseerd.
Na nog een tochtje in de omgeving rijden we door naar Quito. Hiervandaan vertrekken we naar de Galápagos voor de laatste 5 dagen van de vakantie.

De Galápagos
De plaatselijke agent had alles op zijn Zuid-Amerikaans geregeld, dus niet goed!
De dag voor het vertek krijgen we te horen dat we 's morgens op 5.45 uur worden opgehaald voor de vlucht van 8.30 uur.
Om 22.30 uur belt men dat we om half zes zelf een taxi moeten nemen naar de luchthaven en daar zal iemand staan om de tickets te geven.
Om half zes de volgende morgen belt men dat ze niet zeker weten of we om half negen of half elf zullen vertrekken, maar dat we voor de zekerheid maar vroeg naar de luchthaven moeten gaan waar iemand ons zal opwachten.
Wij naar de luchthaven en niemand die daar staat, vragen bij diverse balies en mensen, maar niemand weet ergens van.
Tegen negen uur komt er eindelijk iemand met de tickets en kunnen we het vliegtuig van 10.30 nemen.
Op de Galápagos aangekomen krijgen we te horen dat de boot de dag er voor al is vertrokken, maar dat we zullen worden nagebracht met een sloep.
Eerst ruim een uur in de bus naar de haven, dan een uur wachten op de sloep en daarna nog eens ruim twee uur varen naar onze boot. In totaal meer dan 12 uur onderweg!
Gelukkig verloopt verder alles goed, behalve dat er geen water aan boord is om te wassen en de stroom regelmatig uitvalt waardoor ook het toilet niet kan doorspoelen, maar een kniesoor die daarop let.
We verblijven 4 nachten op de boot Yolita en varen meestal 's nachts naar een ander eiland.
Overdag wandelen we over de eilanden tussen de zeeleeuwen en leguanen door.
Op nog geen halve meter van ons vandaan zit een albatros op haar nest en vliegen blauw-voet-jan-van-genten af en aan.
Rondom de eilanden en rotsen snorkelen we en zien regelmatig haaien onder ons door zwemmen. Mooi koraal vind je hier niet, maar wel veel vissen in allerlei maten en kleuren.
Ieder eiland dat we bezoeken is weer anders. De ene keer zijn er mooie zandstranden, een andere keer lopen we over de rotsen het eiland op. Het is moeilijk om dit alles goed te beschrijven. Foto's zeggen wat dat betreft veel meer.
In mijn internet fotoalbum heb ik een serie foto's van de Galápagos staan.
Terug kijkend is dit weer een fantastische reis geweest met vele mooie en leuke momenten.



nog meer foto's van Ecuador

Deze reis is geboekt bij